De bodem en de open ruimte vervullen veel functies die het ecologisch evenwicht in stand te houden. Als een verharding de bodem afdicht, gaan al die functies verloren.
Verharden vermijden is altijd beter dan gekoppeld bouwen en later ontharden, of zelfs actief ontharden: niet-bouwen of niet-verharden verstoort de bodem en de andere ecosystemen niet.
In het kader van de klimaatverandering willen we de functies van de bodem en de open ruimte behouden door onze bodem zo weinig mogelijk af te dichten. Ontharden pakt vele uitdagingen tegelijk aan en dat maakt het heel bijzonder.
Afgedichte bodems verliezen vrijwel al hun functies. Door ontharding kan de bodem zijn functies (biodiversiteit, humusopbouw, koolstofopslag, …) herstellen.
Ontharden biedt kansen om verharde oppervlakken te verwijderen en de bodem te herstellen voor voedselproductie.
Ontharden gaat hand in hand met het creëren van meer open ruimte en vergroening. Zo bieden we kansen voor het verbeteren van de leefomgeving en het verhogen van de leefkwaliteit.
Verharding absorbeert warmte en straalt die terug uit, waardoor de temperatuur sterk verhoogt in verharde omgevingen. Ontharding en meer groen verminderen het hitte-eilandeffect.
Door te ontharden (wegen, langs wegen, andere ruimtes…) en de ruimte van groen te voorzien, maken we onze lucht gezonder.
De extra ruimte voor groen kan zorgen voor een grotere biodiversiteit.
Ontharden is een bescherming tegen overstromingen en droogte. Het verhoogt de veerkracht van ons watersysteem.