Het ruimterapport 2021 is de opvolger van het Ruimterapport 2018. Heel wat cijfers werden geactualiseerd, maar ook ander cijfermateriaal dat ons toelaat nieuwe tendensen en evoluties te meten, werd opgenomen.
Dit rapport geeft waar mogelijk de evolutie 2013-2019 weer en verwijst daarbij naar basisdata die vergelijkbaar zijn. Voor een beperkte selectie van thema’s en indicatoren in het Ruimterapport 2018 was het nodig de beginsituatie 2013 te herrekenen door verbeterde methodische inzichten en/of met betere data. Hierdoor kan de toestand 2013 in beperkte mate verschillen van de cijfers in het Ruimterapport 2018.
De inhoudelijke focus van dit rapport is verbreed vanuit thema’s zoals ruimtebeslag en verdichting naar thema’s met meer maatschappelijke opgaven zoals natuurlijk kapitaal of gezondheid. De keuzes hierin zijn gemaakt onder andere op basis van de impact van deze opgaven op onze fysieke leefomgeving en op basis van kennis en data die het departement Omgeving de afgelopen jaren door middel van onderzoek verzamelde.
Het Ruimterapport is opgebouwd uit zeven hoofdstukken. Deze hoofdstukken kunnen als aparte hoofdstukken worden gelezen en gedownload, maar hebben inhoudelijk ook heel wat relaties met elkaar. Het is niet nodig om het volledige rapport te lezen om er thematische informatie uit te putten. De eerste twee hoofdstukken kwamen ook aan bod in het Ruimterapport 2018 en zijn het vertrekpunt voor de toestandsbeschrijving. De volgende vier hoofdstukken zijn de inhoudelijke verbreding. Het laatste hoofdstuk kijkt terug op wat we leren uit de hoofdstukken over het begrip ‘omgeving’ en kijkt vooruit naar omgevingsrapportage.
1. Kernbegrippen en ruimtelijke typologieën
Dit hoofdstuk beschrijft enkele kernbegrippen en typologieën die gehanteerd zijn om over de verschillende onderwerpen heen op een consistente manier over onze ruimte te kunnen praten. Ten opzichte van RURA 2018 gebruikten we dezelfde kernbegrippen (landgebruik, bodembedekking, ruimtebeslag, verharding) en typologieën (verstedelijkte, randstedelijke en landelijke gebieden, kernen, linten en verspreide bebouwing, open ruimte). Om evoluties weer te geven, introduceerden we een tijdsframe 2013-2019. Voor bebouwing en linten werd een historische evolutie geanalyseerd over een periode van meer dan 100 jaar. Daarnaast ontwikkelden we een nieuwe typologie voor de open ruimte die het mogelijk maakt om ook daar de variatie in gebieden weer te geven.
Download
2. Instrumentarium
Dit hoofdstuk geeft een inzicht in de instrumenten die gebruikt worden om de ruimtelijke doelstellingen van het omgevingsbeleid te realiseren. Ze worden ingedeeld in juridische, economische en communicatieve instrumenten. Juridische instrumenten gebruiken dwingende regels en eventueel sancties. Economische instrumenten zijn bv. financiële stimulansen en remmen. Informatieve instrumenten proberen mensen aan te zetten tot het gewenste gedrag door hun waarden en normen aan te spreken. Naast deze drie kenmerken worden de instrumenten verder getypeerd op basis van de rol die de overheid opneemt bij het inzetten van het instrument, met name de regulerende overheid, de samenwerkende overheid en de faciliterende overheid.
Download
3. Natuurlijk kapitaal beschermen
Natuurlijk kapitaal verwijst naar de voorraad van alle hernieuwbare en niet-hernieuwbare hulpbronnen, zoals grondstoffen, bodems, water, lucht,… die samen een waaier aan voordelen voor de mens opleveren. Door intensief gebruik is de druk op natuurlijk kapitaal erg hoog. De open ruimte in Vlaanderen neemt nog steeds af in oppervlakte. Sommige voorraden staan onder druk door een (dreigend) onevenwicht in vraag en aanbod. Andere voorraden staan onder druk door het intensieve gebruik. Daarnaast zien we ook dat nieuwe voorraden aangesproken worden. Dit hoofdstuk gaat specifiek dieper in op het natuurlijk kapitaal van de Vlaamse ondergrondse ruimte en het natuurlijk kapitaal in relatie tot ruimtelijke ontwikkelingen in de open en bebouwde ruimte.
Download
4. Stromen verduurzamen
Een beperkt aantal stromen van de fysieke leefomgeving worden in dit hoofdstuk uitgelicht: stromen van minerale grondstoffen, voedsel, mensen en goederen. Elk (deel van een) stroom heeft een unieke relatie met de ruimte en heeft nood aan infrastructuur. Op de knooppunten waar stromen samenkomen, kunnen problemen ontstaan wanneer er te weinig ruimte voorhanden is of als er te veel druk ontstaat vanuit de stroom op de directe omgeving, bijvoorbeeld geluidshinder, vervuiling... De uitdaging is een evenwicht vinden in de organisatie van de stromen binnen de ecologische grenzen van de fysieke leefomgeving. Hiervoor bestaan allerhande strategieën om de stromen te verduurzamen. Een aantal indicatoren illustreren de impact van stromen in dit hoofdstuk .
Download
5. Gezonde leefomgeving waarborgen
De dagelijkse leefomgeving van mensen heeft een grote invloed op hun fysieke en mentale gezondheid. Die omgeving wordt bepaald door de sociale en economische context en de fysieke leefomgeving. Ruimtegebruik beïnvloedt verschillende omgevingsfactoren die op hun beurt een impact hebben op de kwaliteit van de leefomgeving, bijvoorbeeld mobiliteit, natuur en groen, de kwaliteit van water, lucht en bodem. De focus in dit hoofdstuk gaat over de ruimtelijke factoren die een duidelijke link hebben met de menselijke gezondheid en de aspecten waar het ruimtelijke beleid een belangrijke rol kan spelen in het complexe samenspel tussen omgeving en de menselijke gezondheid.
Download
6. Bebouwde ruimte transformeren
De bebouwde ruimte in het Ruimterapport is de ruimte ingenomen door het ruimtebeslag (met inbegrip van de tuinen en parken), samen met de volledige oppervlakte van de kernen. Transformaties in deze bebouwde ruimte omvatten bijvoorbeeld de sloop of het uitbreiden van een gebouw, de herbouw van een woning, de heraanleg van publiek domein of de functieverandering van een winkel naar woning. Dit hoofdstuk gaat dieper in op de duurzaamheid van deze transformaties, waarbij de inname van open ruimte wordt beperkt en reeds ingenomen ruimte beter wordt benut.
Download
7. Conclusies voor het omgevingsdenken
Omgevingsdenken integreert de verschillende aspecten van onze fysieke leefomgeving en laat ons toe na te denken over maatschappelijke ontwikkelingen binnen de draagkracht van dat systeem. Om duurzame antwoorden te vinden op maatschappelijke uitdagingen zullen we meer van dat omgevingsdenken nodig hebben. Dit hoofdstuk gaat in op waar het omgevingsdenken in Vlaanderen staat, beschrijft wat de fysieke leefomgeving vormt en legt enkele spanningsvelden inzake omgevingsdenken bloot.
Download
Kaart 1
Kaart 2
Ontdek alles over ruimte in Vlaanderen met de RuRa-praatkaarten