Peak Gold en de stijging van de goudprijs
Auteurs: CATAPA vzw en Professor Ingrid Molderez (KU Leuven)
Keywords: commodity prices, vraag en aanbod, welvaartsanalyse, elasticiteit
Versie : 1.1 (8/12/2015)
Inhoud :
- Goudvraag in de verschillende sectoren
- Stijging van de goudprijs
- Sociale en ecologische impact van goudontginning in bijvoorbeeld Peru.
- Bronnen
- Voorbeeldvragen
Goudvraag in de verschillende sectoren
De goudvraag kent drie belangrijke spelers: de juwelensector, de financiële sector en de industrie. De laatste jaren drijft de juwelensector ongeveer de helft van de goudvraag aan. Vóór de economische crisis was de juwelensector nog goed voor een aandeel van meer dan twee derde van de totale goudvraag, maar door de crisis daalt het belang van juwelengoud en stijgt het belang van financieel goud. In de toekomst kan de juwelensector weer aan belang winnen, door een stijgend verbruik in opkomende landen als India.
Ongeveer 37% (3/8) van de goudvraag bestaat uit financieel goud: staven en munten als beleggingsproducten, opgeslagen in bankkluizen. Goud is het meest populaire beleggingsproduct van alle edelmetalen. Door de financiële crisis, gevoed door de schuldenlast van de VS, is het belang van goud als veilig beleggingsproduct de laatste jaren sterk gestegen. Ons geld kan door inflatie in waarde verminderen en daarom is goud – dat zijn waarde kan behouden – in onzekere economische tijden aantrekkelijk bij investeerders die zich willen indekken tegen inflatie. Iets meer dan de helft van de huidige financiële goudvoorraad ligt opgeslagen als officiële goudreserve in centrale banken en bij het Internationaal Muntfonds, de rest zijn staven en munten voor privébanken, particuliere beleggers en investeringsfondsen.
Als we de gouden juwelen, staven en munten bij elkaar optellen, dan consumeerde een wereldburger in 2010 gemiddeld ongeveer 0,5 gram goud. India is een van de koplopers, met bijna 0,8 gram per inwoner per jaar. Voor een land met 1,2 miljard inwoners, drukt India een grote stempel op de goudvraag. China en India namen in 2010 bijna de helft van de goudvraag (in gewicht) voor hun rekening. Meerdere studies tonen echter aan dat we er de komende decennia wel eens een paar miljard goudconsumenten zouden kunnen bij krijgen omdat ook de opkomende middenklasse uit de landen ten Zuiden van de evenaar, zich deze luxe willen eigen maken.
Maar er blijft nog 13% (1/8) van de goudvraag over. Dat goud vindt zijn toepassing in de industrie. Goud heeft namelijk interessante eigenschappen: het is roestvrij, het heeft een hoge thermische en elektrische geleidbaarheid, is gemakkelijk te vervormen en kan geplet worden tot flinterdun bladgoud van slechts 0,0001 mm dik. Daardoor is goud een waardevol metaal voor onder andere elektronica. Een gsm bevat meer dan 30 milligram goud.
Stijging van de goudprijs
De marktwaarde van een product wordt bepaald door vraag en aanbod. Dat geldt ook voor goud, maar goud is niet zomaar een product. Ten eerste is er al een grote hoeveelheid ontgonnen goud beschikbaar, zo’n 170.000 ton, en bijna 90% van die goudvoorraad is eenvoudig weer op de markt te brengen. Denk maar aan de verkoop van goudstaven door de Nationale Bank of de verkoop en recyclage van een privécollectie gouden juwelen. De prijs van goud wordt daarom voornamelijk bepaald door de vraag naar juwelen en financieel goud en door het weer op de markt brengen (de verkoop) van al gedolven goudvoorraden.
De goudontginning heeft weinig invloed op de goudprijs.
Ook financiële speculatie speelt een belangrijke rol. De goudprijs is daarom erg gevoelig voor schommelingen. Als gevolg van de economische crisis en de schuldenlast in de VS kende de goudprijs het afgelopen decennium een zelfde evolutie als de goudontginning in de afgelopen eeuw: een vervijfvoudiging. De laatste twee jaar schommelt de goudprijs rond iets meer dan 40 euro per gram.
Sociale en ecologische impact van goudontginning in bijvoorbeeld Peru.
De lokale bevolking in Peru draagt vooral de ecologische en sociale kost van de extractie van ertsen en metalen, terwijl de voordelen vaak naar buitenlandse investeerders gaan. Wereldwijd wordt men geconfronteerd met verschillende problemen zoals bodem en luchtvervuiling. (grond)watervervuiling, verdroging, verzilting, onteigening van gronden, gezondheidsimpact, visen vogelsterftes, aanwezigheid van zware metalen in de omgeving, sociale conflicten en criminalisering van sociale leiders en protesten. De gemeenschappelijke factor in dit verhaal? Mijnbouw! En dan vooral openpitmijnbouw, de mijnbouwtechniek waarbij men een krater maakt in het landschap om ertsen nadien op een hoop te stapelen, veelal besproeid met een cyanide of kwikmengsel om het mineraal uit de erst te halen. Deze methode verbruikt ook enorme hoeveelheden zoet water, tot 120000 liter voor één gouden ring.De sterke stijging van de mijnbouwconcessies ging gepaard met een sterke stijging van socioecologische conflicten in Peru. Telkens wanneer de mijnbouwexpansie toeneemt, neemt de strijd over de controle van de bronnen, die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van gemeenschappen, ook toe. Deze relatief nieuwe conflicten doen zich voor in mijnbouwgebieden en spelen zich af tussen transnationale ondernemingen, het maatschappelijk middenveld en gerelateerde organisaties (voornamelijk lokale groepen, religieus geïnspireerde en mensenrechtenorganisaties, sociale bewegingen en NGO’s), waarbij de staat vaak de transnationale ondernemingen steunt (Hinojosa & Bebbington 2008; Bebbington & Hinojosa, 2007). De geografische expansie van mijnbouw lokte veranderende vormen van protest en instabiliteit uit.
De opkomst van de sociaalecologische conflicten in gebieden waar grootschalige mijnbouw voorkomt, moet gezien worden in het licht van de bredere neoliberale macroeconomische en institutionele hervormingen die hierboven besproken werden. Die hervormingen maakten het mogelijk dat transnationale ondernemingen hun expansie konden voortzetten in ‘nieuwe’ gebieden, waarbij mijnbouwconcessies grote gebieden beslaan die reeds eeuwen gebruikt worden voor landbouw. Deze landbouwactiviteiten op de hooglanden worden door de expansie bedreigd (of er is op zijn minst de perceptie geschapen van die bedreiging). De nieuwe economische politiek die de mijnbouwsector promoot, heeft als effect dat het de gemeenschappen en het landschap ingrijpend verandert, voorvaderlijke landen banaliseert, natuurlijke hulpbronnen bedreigt en de traditionele levenswijze verandert (Bebbington, 2007b).

Bronnen
- Uittreksel uit: Peak Gold en de stijging van de goudprijs, Mo Mondiaal Nieuws, dossier samengesteld door Catapa, 13 juni 2013.
- Bebbington, A. (2007b). The glocalization of environmental governance: relations of scale in socioenvironmental movements and their implications for rural territorial development in Peru and Ecuador. Opgehaald 9 augustus, 2009 van http://www.sed.manchester.ac.uk/researsch/andes/Publications/reports
- Bebbington, A. , & Hinojosa, L. (2007). Conclusiones: Minería, neoliberalización y movimientos sociales y respuestas campesinas: una ecología política de transformaciones territoriales(pp. 281313). Lima: Instituto de Estudios Peruanos.reterritorialización del desarrollo rural. In A. Bebbington (Ed.), Minería,
Voorbeeldvragen
N.B. De volgende vragen zijn slechts bedoeld als hulp bij de voorbereiding en zijn dus niet bindend. De professor kan zijn/haar eigen vragen formuleren bij deze fiche, afgestemd op de inhoud van het college.
1. Waar vind je in deze tekst een illustratie van de typische eigen kijk van de econoom? Licht toe!
2. De vraag naar goud komt van drie verschillende groepen. Wat denk jij over de prijsgevoeligheid van deze groepen? Licht toe!
3. Analyseer de prijsgevoeligheid van het aanbod van goud. Geef de elasticiteit weer in een prijshoeveelheidcurve!
4. De goudprijs stijgt. Welke verklaringen worden daarvoor gegeven? Geef tevens grafisch weer en licht toe hoe het nieuwe evenwichtspunt tot stand komt.
5. Geef een kritische analyse over de microeconomische benadering van de welvaartsanalyse m.b.t. goudmarkt. Maak hiervoor gebruik van eigen bronnen.
6. Het artikel dateert van 2013. Wat is momenteel de goudprijs? Licht het verloop van de goudprijs toe a.d.h.v. eigen bronnen.
7. Gezien de externe negatieve effecten, verbonden aan de ontginning van goud ( waterverbruik en vervuiling, gezondheidsimpact om de werknemers en lokale bevolking, ontbossing, vermindering van de vruchtbaarheid van landbouwgronden...) is de goudprijs relatief laag. Als we deze externaliteiten mee zouden verrekenen in de goudprijs, wat zou hij dan zijn? Maak een simulatie.