Officieel standpunt van de afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten en de afdeling Handhaving in verband met het gebruik van een kijkglas als systeem voor permanente lekdetectie
Een kijkglas wordt per definitie niet beschouwd als een systeem voor permanente lekdetectie. Bij het gebruik van een kijkglas wordt een lek slechts gedetecteerd op het moment dat iemand zich bij het kijkglas bevindt. Het vaststellen van een lek zal in dit geval dus eerder toevallig zijn, of in het beste geval naar aanleiding van een systematische controle in het kader van interne procedures.
Overgangsmaatregelen
Hoewel de afdelingen dit standpunt al geruime tijd hanteren, is vastgesteld dat men in de praktijk het kijkglas wel nog beschouwt als een permanent lekdetectiesysteem.
Met het oog op het afschaffen van het gebruik van het kijkglas als permanent lekdetectiesysteem werden volgende overgangsmaatregelen vastgelegd:
- De lopende prototypekeuringen waarbij het kijkglas is toegelaten blijven geldig tot eind 2017.
- De tanks voor de opslag van brandstoffen met een waterinhoudsvermogen van maximum 5000 l die gebouwd zijn onder deze prototypekeuringen mogen nog geïnstalleerd worden tot eind 2018.
Deze overgangsmaatregelen gelden ook voor particuliere stookolietanks.
Ingedeelde houders die reeds uitgerust zijn met een kijkglas kunnen in gebruik blijven op voorwaarde dat de exploitant beschikt over een procedure voor zijn periodieke controles op lekken via het kijkglas. Deze procedure omvat een omschrijving van de controle, de frequentie van controle, en de registratie van alle uitgevoerde controles in een logboek. Het logboek wordt ter inzage voorgelegd bij de periodieke onderzoeken uitgevoerd door de erkend milieudeskundige, bevoegd deskundige of de erkende stookolietechnicus.