Doorzoek onze interpretaties en uitleg bij de regelgeving
Opmerkingen?
Is bepaalde informatie onvolledig of niet correct. Laat het ons dan weten via bjo.omgeving@vlaanderen.be.
-
Historisch gegroeide tuincentra zonevreemd wat betreft hun functie
VCRO art. 4.4.24 (in werking sinds 30/12/2017) Kleinhandel in agrarisch gebied is een onvergunbare zonevreemde activiteit. Dit stelde voor het wijzigingsdecreet van 8 december 2017 een probleem voor vele tuincentra die ooit exclusief als telers begonnen in landbouwgebied. Verkoop is voor sommigen steeds belangrijker geworden maar als activiteit in landbouwgebied is deze niet vergunbaar. De gebouwen zijn bij een groot deel van de tuincentra wel degelijk vergund. Zonder een voorafgaande vergunning voor functiewijziging is het tuincentrum niet hoofdzakelijk vergund.
-
Wegwijzer Codextrein
Bekijk het overzicht wijzigingen en VCRO en met betrekking tot de omgevingsvergunning uit de codextrein 2017 in ons overzicht met toelichtingen over de regelgeving ("wetwijzer")
-
Gewijzigde toezichtsregeling op lokale RUP’s en verordeningen
VCRO art.
-
Handelingen in ontginningsgebieden (vernietigd door Grondwettelijk Hof 18/10/2018)
VCRO art. 4.4.8/3 - Deze regeling werd vernietigd door het grondwettelijk hof (arrest nr. 144/2018 van 18 oktober 2018) en kan niet meer worden toegepast
-
Aanpassingen in de VCRO en de planschade- en planbatenregeling
Als gevolg van een arrest van het Grondwettelijk Hof, werden enkele technische aanpassingen en vereenvoudigingen in de VCRO doorgevoerd en aanpassingen in de planschade- en planbatenregeling.
-
Handhaving (gewijzigd via het Verzameldecreet Omgeving)
Let op: deze regelgeving is gewijzigd door het Verzameldecreet Omgeving - zie link. Hieronder worden de wijzigingen weergegeven die door de codextrein rechtstreeks werden aangebracht aan de artikelen van de VCRO vóór inwerkingtreding van het decreet betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning van 25 april 2014 op 1 maart 2018. Bij de inwerkingtreding van dit laatste decreet op 1 maart 2018 is Titel VI-Handhaving waarvan deze bepalingen deel uitmaakten, integraal vervangen (zie onder nr. 29).
-
Integratie van de vergunning voor vegetatiewijzigingen in de procedure van de omgevingsvergunning.
(Verschillende artikelen in het OVD en het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu) Het wijzigingsdecreet integreert de vergunning voor het wijzigen van vegetaties of kleine landschapselementen in de omgevingsvergunning. Vegetaties zijn natuurlijke en half-natuurlijke begroeiingen zoals vennen, heiden, moerassen, schorren, slikken, duinvegetaties, graslanden, loofbossen en houtachtige beplantingen. Kleine landschapselementen zijn lijn- of puntvormige elementen, met inbegrip van de bijhorende vegetaties, waarvan het uitzicht, de structuur of de aa
-
Aanpassing van de gevolgen van schorsings- en vernietigingsarresten op bepaalde exploitaties van ingedeelde inrichtingen en activiteiten. (Gedeeltelijk vernietigd door het Grondwettelijk Hof arrest nr. 145/2019 van 17 oktober 2019)
OVD artikel 2, 4° - Deze regeling werd gedeeltelijk vernietigd door het grondwettelijk hof (arrest nr. 145/2019 van 17 oktober 2019)
-
Verduidelijking van wat een op zichzelfstaand project is
OVD artikel 15 DABM artikel 5.1.1, 12°
-
Uitbreiding van de bevoegdheid van de gewestelijke omgevingsambtenaar naar beslissingen in beroep.
OVD artikel 52 Op basis van artikel 15 van het Omgevingsvergunningendecreet kan de Vlaamse Regering delegatie geven aan de gewestelijke omgevingsambtenaar om te beslissen over aanvragen in eerste aanleg. Op basis van artikel 52 van het Omgevingsvergunningendecreet is de Vlaamse Regering bevoegd voor beroepen tegen beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg. Een spiegelbepaling inzake delegatie over wie op Vlaams niveau beslist over beroepen ontbrak. Nochtans kunnen meerdere van deze beroepen over minder omvangrijke zaken gaan, zoals beperkte verbouwingen van een al b
-
Wijzigingen aan het decreet van 25 april 2014 betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning
Het decreet betreffende de handhaving van omgevingsvergunning is in werking getreden op 1 maart 2018 en dit inclusief de wijzigingen die de codextrein eerder aan dat decreet had aangebracht. Op hetzelfde moment zijn ook de toevoegingen in werking getreden.
-
Aanpassing van de aankoopplicht - VCRO artikel 2.4.10
VCRO artikel 2.4.10
-
Verruimen van de mogelijkheden om ruimtelijk rendement te optimaliseren-versoepelen van procedures - lang
VCRO art. 4.3.1; 7.4.4/1, art. 85 en 86 OVD Context: Het Vlaams Regeerakkoord 2014-2019 plaatst de verhoging van het ruimtelijk rendement van de bestaande bebouwde ruimte op de voorgrond in de zoektocht naar ruimte voor harde functies zoals wonen en werken. Het doel is om het ruimtelijk rendement te verhogen via intensivering van het ruimtegebruik, verweving van verschillende functies, het hergebruik van constructies en het toelaten van tijdelijk ruimtegebruik.
-
Oplossing voor vergunningen die enkel nodig zijn in uitvoeringsfase
OVD artikel 18 en 37
-
Verlenging van de vervaltermijn van de omgevingsvergunning in geval van overmacht - lang
OVD artikel 99
-
Invoering van de provinciale omgevingsambtenaar
OVD artikelen 9/1 e.a.
-
Beperkte uitbreiding van de mogelijkheden voor bedrijven in gebieden
VCRO art. 4.4.8/1 De VCRO voorziet een mogelijkheid om ambachtelijke bedrijven of KMO’s toch toe te laten in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor milieubelastende industrieën of voor vervuilende industrieën en die niet groter zijn dan 3 hectare.
-
Mogelijkheid tot oprichting van een intergemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening - uitgebreid
VCRO artikel 1.3.3 De VCRO voorziet in de oprichting van een commissie voor ruimtelijke ordening op gemeentelijk niveau (gecoro). De Vlaamse Regering kon tot 1 januari 2019 kleine gemeenten (minder dan 10.000 inwoners) vrijstellen van de verplichting om een gecoro op te richten. In dat geval nam de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar de taken van de gecoro waar. Dergelijke vrijstelling leidde tot een dubbelzinnige situatie. Enerzijds neemt gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar standpunten in die de Vlaamse beleidsdoelstellingen bewaken.