Bodemboring en bodemdieren
Inhoud
De leerlingen voeren een bodemboring uit en bepalen de grondsoort en de zuurtegraad van de bodem. Ze onderscheiden horizonten in een bodem (podsolprofiel) en verklaren dit verschijnsel. Ze tekenen een bodemprofiel en leggen het verband tussen bodem en vegetatie.
Leerlingen gaan aan de slag met (dode) bodemdiertjes die aan de hand van een Berlsese trechter uit bodemstalen gehaald werden. Ze bekijken stalen van de droge en de vochtige heide en benoemen alle bodemdieren aan de hand van een determinatietabel.
Doelgroep
- 2de graad van het ASO
Praktisch
- Duur: 2,5 u
- Periode: april - oktober
- Begeleiding: natuurgids; kan ook door leerkracht begeleid worden