De Vlaamse overheid heeft als opdracht toe te zien op de uitvoering van vonnissen en arresten waarbij herstelmaatregelen inzake ruimtelijke ordening werden bevolen.
Hierbij vindt u een overzicht van de meest gestelde vragen hierover:
- Wanneer verjaart het recht van de overheid om ambtshalve een herstelmaatregel uit te voeren?
- Kan ik als erfgenaam tot afbraak verplicht worden?
- Kan ik als koper tot afbraak verplicht worden?
- Wanneer wordt het herstel als uitgevoerd beschouwd?
- Hoe kan ik weten of voor een overtreding een regularisatievergunning kan worden bekomen?
- Heeft het zin dat ik een regularisatievergunning aanvraag wanneer er een rechterlijke herstelmaatregel werd uitgesproken?
- Wanneer kan de overheid de werken in uw plaats uitvoeren?
Wanneer verjaart het recht van de overheid om ambtshalve een herstelmaatregel uit te voeren?
Het recht van de overheid om ambtshalve een herstelmaatregel uit te voeren verjaart na verloop van tien jaar ingaande vanaf het verstrijken van de termijn die de rechter aan de veroordeelde toekende. Omdat deze termijn vroeger, d.i. vóór de verjaringswet van 10 juni 1998, dertig jaar bedroeg, geldt er voor oudere uitspraken een overgangsregeling volgens welke deze periode van tien jaar begint te lopen vanaf 27 juli 1998 zonder dat de totale termijn dertig jaar mag overschrijden. Voorbeeld 1: wanneer de hersteltermijn voor de veroordeelde afliep op 15 januari 1992, treedt de verjaring in op 27 juli 2008, d.i. tien jaar na 27 juli 1998. Voorbeeld 2: wanneer de hersteltermijn afliep op 15 januari 1977, verjaarde het recht op ambtshalve uitvoering op 15 januari 2007, omdat op dat ogenblik de maximumtermijn van dertig jaar werd bereikt.
Opgelet: deze verjaring wordt gestuit door het uitbrengen van een betekening. Vanaf de betekening begint een nieuwe termijn van tien jaar te lopen.
Kan ik als erfgenaam tot afbraak verplicht worden?
U kunt als erfgenaam tot afbraak worden verplicht. Als erfgenaam neemt u de rechten en plichten van de erflater over. De herstelplicht die de rechter aan de erflater oplegde bevindt zich in het passief van de erfenis, ongeacht of het goed waarop de herstelplicht slaat zich nog in het actief van de erfenis bevond op het ogenblik dat de erfenis openviel.
meer info:
De opgelegde herstelmaatregel, die burgerlijk van aard is, is ook tegen de erfgenamen persoonlijk uitvoerbaar (art. 877 Burgerlijk Wetboek). Indien het vonnis nog steeds niet is uitgevoerd, zal u als erfgenaam in principe moeten instaan voor de uitvoering van de bevolen herstelmaatregel. Bij een eventuele gedwongen uitvoering door de stedenbouwkundige inspecteur kunnen de kosten hiervan aan u worden doorgerekend in verhouding tot uw aandeel in de nalatenschap.
Kan ik als koper tot afbraak verplicht worden?
Indien u na 8 februari 2004 eigenaar werd van een onroerend goed waarop een herstelmaatregel werd uitgesproken, hebt u, zowel als de veroordeelde, de plicht tot afbraak. De overheid kan u hierop aanspreken.
meer info:
Wanneer een onroerend goed waarop een gerechtelijke herstelmaatregel rust na 8 februari 2004 wordt doorverkocht moet de notaris een afzonderlijke akte opstellen waarin de koper er zich toe verbindt om de opgelegde herstelmaatregel uit te voeren, onverminderd de verplichting van de veroordeelde. De overheid ontvangt een afschrift van deze akte. De overheid kan zich zowel tot de veroordeelde als de koper richten om de uitvoering te bekomen. Tot de veroordeelde op basis van de rechterlijke uitspraak, tot de koper op basis van de notariële akte. De overheid kan de kosten van een eventuele ambtshalve uitvoering verhalen op de koper.
Wanneer wordt het herstel als uitgevoerd beschouwd?
Het herstel wordt als uitgevoerd beschouwd indien u hetzij het rechterlijk bevel integraal uitvoerde, hetzij een regelmatige regularisatievergunning verkreeg die het geheel van de illegale feiten dekt en u alle voorwaarden van deze regularisatievergunning correct heeft nageleefd.
Hoe kan ik weten of voor een overtreding een regularisatievergunning kan worden bekomen?
De stedenbouwkundige inspecteur kan niet oordelen of een regularisatievergunning kan worden afgegeven. Daarvoor dient u zich te wenden tot de vergunningverlenende overheid en dus in eerste instantie tot uw gemeentebestuur. Een regularisatievergunning kan slechts worden afgegeven wanneer de uitgevoerde werken niet strijdig zijn met de actueel van toepassing zijnde voorschriften en verenigbaar zijn met de plaatselijke ruimtelijke ordening.
Heeft het zin dat ik een regularisatievergunning aanvraag wanneer er een rechterlijke herstelmaatregel werd uitgesproken?
Het aanvragen van een vergunning en de beslissing over deze aanvraag door de vergunningverlenende overheid neemt enige tijd in beslag. De termijn waarbinnen u het herstel moet doorvoeren en waarna er – indien u tevens tot dwangsommen werd veroordeeld - dwangsommen verbeuren, wordt niet opgeschort door de aanvraag. De aanvraag gebeurt m.a.w. op eigen risico , d.w.z. a) de uitspraak zal worden betekend, b) de dwangsommen zullen verbeuren totdat een regularisatievergunning, die het geheel van de illegale feiten dekt, wordt bekomen of deze vergunning volledig is uitgevoerd, c) de overheid kan reeds advies vragen aan de Hoge Raad voor de Handhavingsuitvoering om de procedure voor de ambtshalve uitvoering op te starten . Daarom kunt u zich best eerst bij uw gemeentebestuur informeren over de regulariseerbaarheid van de overtreding.
Wanneer kan de overheid de werken in uw plaats uitvoeren?
De stedenbouwkundige inspecteur of de burgemeester kan de werken waartoe u veroordeeld werd slechts uitvoeren wanneer de hersteltermijn die de rechter u toekende is verstreken. De stedenbouwkundige inspecteur of de burgemeester kan de ambtshalve uitvoering slechts opstarten nadat hij een positief advies heeft gekregen van de Hoge Raad voor de Handhavingsuitvoering. Wanneer de Hoge Raad voor de Handhavingsuitvoering geen positief advies geeft voor het opstarten van de ambtshalve uitvoering, ontslaat u dit niet van de herstelplicht die u bij persoonlijke veroordeling door de rechter werd opgelegd. Ook de dwangsommen blijven lopen zolang de dwangsomrechter de onmogelijkheid tot uitvoering niet heeft vastgesteld